SV | En ik ging voort naar de Fonteinpoort, en naar des konings vijver; doch daar was geen plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan. |
WLC | וָאֶֽעֱבֹר֙ אֶל־שַׁ֣עַר הָעַ֔יִן וְאֶל־בְּרֵכַ֖ת הַמֶּ֑לֶךְ וְאֵין־מָקֹ֥ום לַבְּהֵמָ֖ה לַעֲבֹ֥ר תַּחְתָּֽי׃ |
Trans. | wā’e‘ĕḇōr ’el-ša‘ar hā‘ayin wə’el-bərēḵaṯ hammeleḵə wə’ên-māqwōm labəhēmâ la‘ăḇōr taḥətāy: |
En ik ging voort naar de Fonteinpoort, en naar des konings vijver; doch daar was geen plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ik ging voort naar de Fonteinpoort, en naar des konings vijver; doch daar was geen plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!